Posts getagged met ‘Remko’
KotzColumn: Een broek vol
Een broek vol
Zaterdagmiddag was het tijd voor een kop koffie, een biertje en een kletspraatje bij vrienden. We zaten met een zelfgebakken krentenkoek in de ene hand en een koffie in de andere te kijken hoe de jongste dochter van het stel nog een beetje wakker lag te worden op de schoot van haar vader. Ze had haar middagslaapje gedaan en was net naar beneden gekomen. Al heel snel was duidelijk dat er een kindersurprise in haar luier zat, maar toch lag ze nog een minuut of tien te draaien bij haar vader.
Ook de moeder zat verlegen om een knuffel en tilde haar dochter op om dat eens lekker te gaan doen. Na nog geen vijftien seconden begon ze hinder te ondervinden van de lucht die uit de luier voortkwam en besloot haar gelijk te gaan verschonen. De dochter tegen zich aangedrukt liep ze langs mij heen en de luchtstroom die dat met zich meebracht, liet ook mij kennis maken met een odeur waar ik allerminst vrolijk van werd. Ze liet haar dochter zakken om de trap op te gaan waarop mijn vrouw zei: “Joh. Zit er nou poep op je trui?” En ja hoor. De hele maagstreek was besmeurd met de kak van haar dochter.
Met jonge kinderen maak je wel vaker smerige dingen mee, maar als je er met z’n allen om kan lachen verhoogt het in ieder geval de pret. De vader keek bezorgd naar zijn kleding, maar dat kleine kwartier van draaien en trappelen op zijn schoot had een niet noemenswaardig vlekje op zijn broek opgeleverd. Diezelfde ochtend had ik de achtertuin al kattenpoep vrij gemaakt en ’s avonds nog een dikke drol van de hond opgepakt met zo’n dun zwart plastic zakje. Tijdens die avond wandeling liet ik de dag nog even passeren. En door al die stront moest ik denken aan Marion.
Ik zat bij haar op de middelbare school. Ze was gek van Nirvana, maar vooral op Kurt Cobain. Die leefde al een aantal jaar niet meer toen ze op een vroege zaterdagavond katje lam bij de Flaat aan kwam zwalken met een vriendin. Tegenwoordig noemen ze dat comazuipen. Toen heette het nog gewoon twee-flessen-pisang-ambon-met-een-goede-vriendin-opzuipen. Voordat ik het doorhad zat er een tong in mijn mond. Het waren tien mooie seconden. Langer heeft het niet geduurd. De nasleep wel.
Want later die avond sijpelde er nieuws de Flaat binnen dat de dronken vriendin van Marion al was afgevoerd door haar vader. De moeder die ik eerder noemde was toen nog een jonge meid en toevallig de vriendin van Marion. Ze was bezorgd naar de Ouwe Droog gelopen en kwam een kwartier later terug. Ze moest Marion dragen – want die was lelijk van het pad af – en keek bezorgd. Ik stond achter de bar en keek er voorzichtig over heen. Marion droeg een verschrikkelijke stank met zich mee, want ze had haar hele witte broek onder gescheten.
Nog jarenlang heb ik moeten aanhoren dat ik met een meisje had staan zoenen die in haar broek gekakt had. Er werd altijd smadelijk om gelachen. En terecht, want zelfs als je in de dertig bent en je kleding zit onder de kak van je dochter kun je maar één ding doen; en dat is lachen. En als iedereen weer schoon is, drink je een biertje.
KotzColumn: Wijsjes
Wijsjes
Woensdagavond en al een aantal dagen vraag ik mezelf af waar ik nu weer over zal schrijven. Zal ik vertellen over voorjaarsvakanties? Leuke onderbreking voor scholieren en voor de liefhebbers van wintersport. De overigen zal het een worst zijn. Voor mij betekent het een week de hond van mijn ouders over de vloer hebben vanwege die eerdergenoemde wintersport. Terwijl ik wat uit mijn duim zit te zuigen, laat Bas – want zo heet hij -een wind. Met zijn twaalf lentes ruiken zijn scheetjes allang niet meer naar bloemen. Hou het maar op een pakje kipfilet die ruim zes maanden in een kast ligt te verkwijnen. Uit ervaring weet ik dat die lucht dicht in de buurt komt bij de windjes van Bas.
Op de achtergrond draaien The Black Keys. Dit is zo’n bandje die ik heb leren kennen in de Flaat. In de tijd dat de band nog slechts bestond uit een drummer en een gitarist. Ik draaide een bardienst en iemand vroeg een plaatje van ze aan. Ik weet niet meer exact welk nummer, maar ik vermoed van hun eerste album. Er zat een goede groove in en zag iedereen, zittend op een stoel of kruk, het nummer oppikken en het lichaam rustig laten bewegen op het ritme. Ook ik. We waren die jaren al doodgegooid met The White Stripes en allerlei klonen, maar waarom had ik nog nooit van deze band gehoord? Het was in principe van hetzelfde laken en pak. Geweldig!
The Black Keys zijn inmiddels mainstream en het is ze gegund. De muziek die ze maken spreekt velen aan en nog veel meer mensen niet, maar ze blijven inventief bezig. In de Flaat verdwijnt zo’n band dan gauw weer naar de achtergrond. Te commercieel is dan vaak de gedachte. Vervolgens is het weer tijd voor iets nieuws. Een band of artiest die een groep aanspreekt en airplay krijgt in het weekend. Wat weer door anderen wordt opgepikt net zolang tot de band in de grote zalen staat en weer plaats maakt voor de volgende beginnende band die op de deur klopt.
Zo rond 1997 keken we in cd boekjes welke bands er werden bedankt. Van die bands werd dan vaak blindelings het album gekocht die in de meeste gevallen tegenviel. Luisteren op internet was nog geen optie. En uiteindelijk maakt het ook niet uit hoe je aan nieuwe muziek komt, maar het geweldige gevoel dat een plaat bij je oproept wanneer je die voor het eerst hoort vind ik wel belangrijk. De euforie in je lichaam bij die eerste noten, een gitaarsolo, een basloopje. En na verloop van tijd is het album 20 jaar oud en staat hij nog als een huis. Krijg je nog steeds kippenvel van bepaalde momenten, denk je terug aan allerlei gebeurtenissen die een periode kenmerkten.
Lock, Step & Gone van Rancid komt voorbij. Van het album..And Out Come The Wolves. Een plaat die bij mij in 1996 voor een keerpunt zorgde dankzij de oudere broer van een vriend. Zo kan het ook. Bas staat inmiddels in mijn bek te hijgen en ik word een beetje ontoepasselijk. Tijd voor een laatste avondwandeling. Met een wijsje in mijn hoofd.
KotzColumn: Thema: deel één
Thema: deel één
Een tijdje geleden kreeg ik een bericht van een oud Flater die ik nog ken van mijn eerste jaren in de Flaat. Hij was zijn zolder aan het opruimen en had nog een videoband liggen van het Flaat Fiasco Festival 1998 en van een playbackshow. Dat zal 1997 geweest zijn. Of ik die toevallig gedigitaliseerd had. Ik heb hem gevraagd de video’s nog even te bewaren aangezien ik dat nooit heb gedaan. Wellicht iemand anders wat ik voor hem zou navragen. Bij deze dus.
En ik begon te denken. Waarom geen playbackshow meer? In de eerste jaren werd de avond aan elkaar geluld door Krokowil. En dat deed hij goed. Onder invloed dus ongeremd. Ging altijd prima. Maar toen hij eind jaren 90 met pensioen ging, was er niemand die hem durfde op te volgen. De lat lag te hoog. Er is ooit nog een dappere poging ondernomen, maar het haalde het gewoon niet bij de gekke capriolen van bovengenoemde persoon.
Onder die druk hoeft de nieuwe lichting niet gebukt te gaan. Zij kennen Krokowil tenslotte niet. Toen wij zestien jaar geleden stront lazarus onze act opvoerden, zaten zij tenslotte nog in hun pyjama naar Hennie Huisman te kijken. Dat niveau is met gemak te overstijgen. En je hebt een top avond. Want is het niet fijn om geschminkt als smurf een metal act op te voeren? Of verkleed als punker je zelf gemaakte instrumentarium aan gort te slaan nog voor het nummer dertig seconden onderweg is, zodat je de rest van het nummer maar een beetje staat te springen op het podium? Datzelfde podium dat ooit in de hens heeft gestaan, vanwaar curry door de zaal gespoten is. En tijdens Mooi Man van Mannenkoor Karrespoor moest je geen last van je luchtwegen hebben zoveel balen stro vlogen er door de lucht. Dat is toch leuk?
Ook alle geheimzinnigheid rondom een act nam steeds grotere proporties aan en juryleden werden steeds corrupter. Er werd bier aan ze uitgedeeld. Er is zelfs ooit een jurylid geweest die met een bak shoarma naar huis ging. Zijn favoriete maal. De corrupte bende van de FIFA is er niets bij. Hier werd pas omgekocht.
En daarom deze open vacature. Er loopt vast wel een persoon rond die geen last heeft van plankenkoorts. Die het leuk vind om één avond de meest verrassende acts aan elkaar te lullen. Kledingadvies? Gekleed in trainingspak in foute kleuren. Waarschijnlijk alleen nog verkrijgbaar bij de Zeeman of de betere kringloopwinkel. Maar bovenal moet je tegen drank kunnen, want als presentator sta je niet droog.
Maar voor een geslaagde avond zijn ook pleebekkers nodig. Dus kruip uit je schulp en zet jezelf voor gek, want om het op de zang bewegen met je lippen gaat het helemaal niet. Het is leuk als je het kan, maar uiteindelijk gaat het om een zo gek en origineel mogelijke act. Voor mij hoeven jullie het niet te doen. De spullen in mijn verkleedkist verzamelen momenteel stof, wachtend op een tweede leven. Dus voor pruiken, oren, neuzen, brillen en een roze boa kun je altijd bij mij terecht.
KotzColumn: In de Kiem gesmoord.
In de Kiem gesmoord.
Ik werd er zaterdagmiddag door een vriend, laten we hem voor het gemak even Arnie noemen, op gewezen dat er die avond bandjes op zouden treden in de Kiem. Een zalencentrum voor allerhande evenementen. In de kelder van het centrum is een soos met een christelijk sausje gevestigd.
Er was een benefietconcert voor Kenia georganiseerd namens het Westland. Arnie vertelde erbij dat bier één euro zou kosten. Voor een goed doel biertjes drinken met live muziek klonk als een goed plan. We trommelden nog twee vrienden op en gingen met ieder zo’n vijftien euro in de portemonnee richting Kiem.
We kwamen aanfietsen en een wit A4tje aan de deur vertelde ons dat de entree zeven vijftig zou zijn. Moesten we alsnog pinnen, want met de resterende paar euro’s op zak zou de avond snel voor bij zijn. Eenmaal terug werd ons door de ingehuurde beveiliging verteld dat de avond uitverkocht was en we er niet meer bij konden. Arnie, een geboren en getogen ’s-Gravenzander op leeftijd, babbelde even met de portier die vervolgens meedeelde dat hij het wel even zou gaan vragen. Hij telde tot vier en liep naar binnen.
We konden er nog bij en na het gebruikelijke kaartje kopen, jas ophangen en muntjes halen, was Arnie alweer de eerste bekende tegen het lijf gelopen. Een iets oudere vrouw waarvan wij drieën lachend tegen elkaar zeiden dat het waarschijnlijk z’n eerste ex was. Bij navraag bleek het zijn tante te zijn.
Bij de muntenbalie stond een jongen met Afrikaans uiterlijk een beetje schuchter om zich heen te kijken. Ik vermoedde dat de jongen uit Kenia was overgevlogen om ons te vertellen waarom deze benefiet avond nodig was. En het was blijkbaar harder nodig dan gedacht. Muntjes kostten namelijk twee euro. Het leek erop dat Arnie de eerste tekenen van dementie begon te vertonen. Bier voor een euro lag in een ver, grijs verleden.
In de soos vertelden diverse beeldschermen nog eens het doel van de avond. Ik zag een foto met blije kinderen uit Kenia in schoolbanken zitten en besloot er verder geen aandacht aan te besteden. Door middel van biertjes drinken zou ik mijn steentje bijdragen. De avond kabbelde voort en de bandjes waren braaf en mistten een scherp randje. Ook het publiek leek geen ervaring te hebben met live muziek, want er werd niet echt bewogen laat staan gedanst.
Het niet losgaan kan te maken hebben gehad met de man die naast het podium stond; een forse, oudere man die de kop van een SGP Kamerlid had, hield alles goed in de gaten. Het kan ook de dominee geweest zijn. Ik weet het niet, maar wellicht vreesde de jeugd deze man. Behalve een oud collega van mij die iets te opzichtig tegen zijn ex-vriendin stond aan te rijden.
Voor we het doorhadden stond de laatste band te spelen. Een All-Starr band van de Kiem, want ik had de leden ook zien spelen in de bands ervoor. Aangevuld met de beste zanger van het jongenskoor van de gezamenlijke kerken. Het klonk niet best. Mijn buurman vroeg zich af of de keyboard speler verstandelijk beperkt was. Hij was wel vrolijk, maar beperkt? Het zal de jongen uit Kenia een worst geweest zijn. Die wilde waarschijnlijk terug naar zijn familie. Ik ook.
KotzColumn: Een verzopen kat
Een verzopen kat
Onlangs werd ik gevraagd of ik kon invallen om te draaien. Aangezien ik al van plan was om te gaan, kon ik net zo goed de bardienst erbij doen. Er zijn van die avonden dat je zin hebt om je muziek lekker hard te draaien en thuis kan dat niet altijd. Dan is de Flaat bij uitstek een prima plek.
Eenmaal aangekomen stond de eerste verrassing al op mij te wachten. Het bier was geleverd en dat moest nog ingeruimd worden. Wat heb ik daar altijd een hekel aan gehad. Ik wil het best opdrinken, maar dat inruimen is aan mij niet besteed. Gelukkig was het met de hulp van de eerste bezoekers zo gepiept en de avond ging van start.
Intussen kwam er een jongen binnen die net klaar was met vakken vullen bij de Jumbo. We zeiden “Hallo Jumbo.” Lachen deed hij als een boer met kiespijn. Je kon duidelijk merken dat hij deze woordspeling al iets vaker dan hem lief was had gehoord. Om de ellende compleet te maken, moest hij een cola bestellen. Hij was nog geen 18, maar hij droeg dat leed als een echte man. Wat gek is, omdat hij leeftijdtechnisch gezien nog geen man is. Als troost draaide ik Pearl Jam voor hem.
De avond vorderde en het werd gezellig aan de bar, maar er werd ook gedart en aan de tafels werd gekletst. Het drinktempo lag op een mooi peil. Ik stond bij een groepje bekenden waarvan er één vertelde over zijn kat. Als er drank in de man is slaat de fantasie op hol. Dus binnen luttele seconden belandde zijn kat in een dichtgeknoopte plastic zak en werd hij van de Scheveningse pier de zee in gegooid. Dat was niet voldoende. Er moest nog een steen aan de zak anders zou hij niet zinken. Iedereen lachte er hartelijk om. Ook de eigenaar. Op zo’n moment besef je dat de avond geslaagd is.
Met het verdrinken van katten heb je wel een ondergrens bereikt, maar uiteraard gaat er altijd iemand een stapje te ver. Uit het niets werd er gesuggereerd dat seks tussen twee broers zou moeten kunnen, omdat er toch geen kinderen van komen. Een ijzige stilte viel. Ook degene die het vertelde besefte; ik sta er alleen voor. Ik had in tijden niet zo’n rare theorie gehoord. Het lachen was ons min of meer vergaan.
De eersten verlieten de Flaat voor een welverdiende nachtrust en dan breekt de graveyard shift aan. Op verzoek draaide ik Nice Things van The Menzingers. We knikten met ons hoofd op het ritme van de drums en keken elkaar glimlachend aan. Dit is een wereldplaat, dachten we. Op zo’n moment ben je blij dat je een gelijke hebt gevonden als het gaat om muzikale voorkeur. Je kan er uren over praten en dat is één van de mooiste dingen die er is.
En toen besefte ik dat muziek ooit de reden was waarom ik voor het eerst naar de Flaat ging. Er werden platen gedraaid die je nergens anders kon horen behalve thuis en bij vrienden. Ik vraag mij weleens af of dat ook de reden is waarom de jongste lichting in de Flaat komt. Ik hoop het, want naast een mooie vrouw en een koud biertje is een goede rockplaat het lekkerste wat er is.
KotzColumn: De Flaat is koel
De Flaat is koel
Er zijn tijden geweest dat er in de Flaat geen luchtbehandeling aanwezig was. Daarmee bedoel ik die lap stof die nu in het midden van het plafond hangt. Er is maanden over vergaderd. Alsof er een partij JSF’s gekocht ging worden. Alle voors en tegens werden afgewogen. Er werden fondsen aangeschreven, offertes aangevraagd. Alles werd gedaan om uiteindelijk een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
Dat er iets moest komen om de Flaat af te koelen was een feit. Er was een legendarisch optreden van Phlebotomized waarbij de zweetdruppels letterlijk aan het plafond hingen. Een avondje zure regen wat het gevolg. Ook de versterker begaf het regelmatig, omdat hij niet kon koelen. Zat je ineens in het donker, omdat de stoppen eruit vlogen. Een dronken bezoeker had daar trouwens een redelijk goede oplossing voor. Hij stelde voor zijn rode Opel Kadett door de voorpui te rijden. Dan konden we van zijn autoradio gebruik maken. En je had gelijk koele lucht van buiten. Gelukkig kwam er een fonds over de brug en was er genoeg geld voor de aanschaf van een luchtbehandeling die door de meeste bezoekers liefkozend Airco werd genoemd.
Al gauw werd duidelijk dat Airco in de winter veel te koude lucht naar binnen blies en in de zomer veel te warme lucht. Daar was men ook voor gewaarschuwd, maar zoals gezegd; er was een weloverwogen besluit genomen. Toch ontstonden er twee kampen in de Flaat. Je had de groep “Airco Aan!” en de groep “Airco Uit!“ Er ging geen weekend voorbij of de twee kampen stonden lijnrecht tegenover elkaar.
Het was te warm: “Airco aan!” “Jezus, wat is het koud onder dat ding! Airco uit!” “Godallemachtig wat stinkt het hier. Airco aan!” “Tyfuszooi! Mijn hele joint wordt in één keer van tafel geblazen. “Airco uit!” Draaiers werden wanhopig. Muziek stopte abrupt, want Airco moest aan waardoor men vergat de volgende cd aan te zetten. Bestellingen werden niet correct afgenomen, want de groep Airco Uit! liet van zich horen. De draaier was een paria geworden die een kant moest kiezen. Maar dat wilde hij niet. Achter de bar was neutraal terrein. Daar kon je muziek draaien die jij goed vond.
Geheel autonoom.
Dus wanneer de lente of herfst begon haalde men opgelucht adem. Er kwam lucht naar binnen die een redelijke temperatuur had. Zes maanden per jaar was het gezellig tussen de twee kampen en dronk men biertjes met elkaar. Er werd gelachen en er ontstonden relaties. Relaties die in de zomer of winter weer beëindigd werden, omdat er ruzie ontstond over de aan/uit knop van Airco.
In de loop van de jaren is de strijd naar de achtergrond verdwenen en wordt Airco gedoogd, zoals dat alleen in Nederland kan. Men kijkt de andere kant op als Airco aan of uit staat. 26 april speelt Phlebotomized voor het eerst in bijna 20 jaar weer in de Flaat. Zweetdruppels zullen er niet meer van het plafond vallen die avond. Wellicht is er een theezakje dat het hangen zat is en naar beneden komt zetten. Als dat maar goed gaat.
KotzColumn: Done in 60 seconds
Done in 60 seconds.
De kleinste sociëteit, qua oppervlakte, van Nederland bevind zich in Naaldwijk. Iedereen die in de Flaat is geweest, heeft ook het Halletje bezocht. Misschien zonder het zelf door te hebben. Op een goede avond is het bezoekersaantal tussen de vijf en tien mensen, er is geen drankvergunning en het is vooral een toevluchtsoord voor bezoekers die de harde live muziek in de Flaat even zat zijn. Tijdens avonden met bands is het ook de perfecte plek voor een vleeskeuring en dolletje met niet-reguliere bezoekers.
Een wekelijks terugkerende avond – of eigenlijk nacht – is het snelsjorren van dinsdag op woensdag tussen 0:59 tot 1:00. Voor mij is dit een in mysterie gehuld minuutje. Ik zal het dan ook gelijk toegeven: ik heb deze 60 seconden van vertier nooit bezocht. Ik was te druk met mijzelf nog een keer om te draaien in bed. Maar voor degenen die de moeite hebben genomen om voor die ene minuut naar de Flaat te gaan: chapeau! Het lijkt mij lastig, want te laat arriveren betekent automatisch seconden verlies. Voor je het weet staat iedereen zijn handen af te vegen en broek op te hijsen en is het hele feest alweer voorbij.
Dat lijkt mij ook een nadeel van dit evenement. Want laten we eerlijk wezen: een minuut is op zijn zachtst gezegd best weinig. Staan mensen al te wachten met hun hand in de broek als de organisator van deze avond het Halletje open gooit? En kan je gelijk gaan rossen wanneer de lamp wordt aangezet? Of wordt er een startsignaal gegeven? Zijn er ook speciale thema avonden? Bij elkaar, met spuug, zonder spuug? Wordt er nog een sigaretje gerookt na afloop of gaat iedereen gelijk terug naar huis? Allerlei vragen waar ik geen antwoord op heb. Ik kan alleen maar gissen.
Wat ik kan doen is mezelf een keer mijn nest uitschoppen, naar de Flaat gaan en in het kader van de journalistiek een diepgravend onderzoek doen naar de beweegredenen van de deelnemers. Wat voor types zijn het? Zijn het nachtbrakers die toch niets beters te doen hebben op dat tijdstip? Wat is het opleidingsniveau van de personen? Het zou zomaar kunnen dat er bijvoorbeeld rechters of bekende Nederlanders aanwezig zijn. Mensen van wie je het niet snel verwacht. Een hecht collectief dat, om stoom af te blazen, die minuut nodig heeft om weer normaal te kunnen functioneren in het dagelijkse leven van werken en spulletjes kopen.
Aan de andere kant: Er is een kans, ook al is hij zeer klein, dat burgemeester van der Tak op deze avonden aanwezig is. Het zou wel een verklaring zijn voor het feit dat de Flaat nog steeds geopend is. Ik heb geen behoefte om de komende tien jaar badend in het zweet wakker te worden met de tak van onze burgervader op mijn netvlies. Maar ook: wanneer je maar een minuut de tijd hebt, zit of sta je niet te wachten op nieuwsgierige columnisten die willen weten hoe je dat toch doet in 60 seconden of minder. Dit gezelschap hoeft van mij niet te vrezen. Mum’s the word.
KotzColumn: Donderdag pamflet
Donderdag pamflet
Donderdag avonden in de Flaat. Ik ben bijna vergeten hoe ze ook alweer waren. De laatste twee jaar was ik vaak thuis op die dag. Mijn lieve vrouw trainde dan altijd voor de voetbal wedstrijd op zondag die eigenlijk nooit doorging vanwege slecht weer of te weinig speelsters bij één van de twee ‘elftallen’. Ik bleef thuis. Onze zoon was nog iets te jong om zelf zijn fles en fruithap te maken.
Uiteraard waren er soms mogelijkheden om wel te gaan. En dan deed ik eens een beetje gek en ging gewoon. Maar vaker was ik gewoon burgerlul en lag ik met een zak chips en een pilsje op de bank een Steven Seagal film te kijken. Om maar wat te noemen. Want helemaal van ’s-Gravenzande naar Naaldwijk fietsen op een donderdag avond en ook nog terug; ik moest er vaak niet aan denken. Ik hoor het je denken en nee; er is niets mis met Steven Seagal films die voor Under Siege kwamen. Maar dat is een andere discussie. Wellicht zal ik een lans breken voor de fluisterende aikido acteur in één van mijn volgende columns.
Nu wil ik een lans breken voor de donderdag avonden. Onze tweede zoon is inmiddels geboren en mijn vrouw heeft intussen door dat ze vaker thuis was op zondag dan dat ze op een knollenveld een bal probeerde te raken. Dat gaf mij vrij spel om mezelf weer in te schrijven voor de donderdag lijst. Eén van mijn goede voornemens voor 2014 is vaker op donderdag avond naar de Flaat. Die moet weer worden opgeëist door de 25-plussers van deze tijd. Ik zie mijzelf nu op een zeepkist staan met mijn gebalde vuist in de lucht en mijn andere arm achter mijn rug.
“Wij hebben ook recht op onze avond. Slap ouwehoeren met op de achtergrond de deuntjes van weleer! Praten over nadruppelen en allerlei andere lichamelijk klachten onder het genot van een sapje. Terwijl de nieuwe lichting zich afvraagt wat voor klote muziek de jaren tachtig en negentig eigenlijk hebben voortgebracht! Net als wij dat overigens deden, want ook ik vroeg mij ooit af hoe je in godsnaam kon houden van post-punk en new wave om maar wat obscure genres te noemen. En dat je toen maar het besluit nam dat de vrijdag en zaterdag toch meer te bieden hadden. Beste 25-plussers: onze donderdagen zijn gekomen. Het is tijd om te oogsten en te claimen wat van ons is!”
Als ik de draaierslijst voor de komende tijd zo zie, zit dat helemaal snor. Sommigen zullen zeggen:
Rem, waar heb je het over? Ik ben er al bijna iedere week.” Ik kan in ieder geval niet beloven dat ik er iedere donderdag zal zijn. Mijn vrouw heeft al aangegeven ook weg te willen. Ook zij heeft kwaaltjes en anekdotes die ze wil delen terwijl ze aan een fles bier aan het lurken is. En af en toe zend RTL7 een Steven Seagal film uit die ik wel weer eens een keer wil zien.
KotzColumn: Je zal maar 17 zijn
Je zal maar 17 zijn.
Onlangs vroeg iemand mij, als reactie op mijn eerste stuk of ik columns ging schrijven of anekdotes over de Flaat. Voordat ik kon antwoorden moest ik eerst even opzoeken wat een column precies is. En ook al is er geen duidelijk kader, ik denk dat wikipedia er niet ver naast zit als ze zeggen dat een column een kort stukje proza is waarin de auteur (columnist) spits en uitdagend zijn mening ventileert. Om vervolgens verder te gaan dat er nauwelijks beperkingen voor wat het onderwerp van een column kan zijn, gelden; het gamma reikt van huiselijke voorvallen tot de wereldpolitiek. Dat gezegd hebbende, wil ik graag spits en uitdagend mijn mening ventileren als het gaat om de nieuwe alcoholwet die het verbiedt jongeren onder de 18 jaar alcohol te verkopen.
In Europa gelden er verschillende wetten per land. In de acht gevallen is het minimaal 16 jaar voor licht alcoholische versnaperingen en 18 jaar voor sterke drank. In 23 landen geldt voor alle drank een minimum leeftijd van 18 jaar. Dat zijn er sinds 1 januari dus 24. Mocht je nu 15 jaar zijn en toch niet meer kunnen wachten dan raad ik aan een vakantie naar Albanië of Macedonië te boeken aangezien daar geen minimumleeftijd geldt. En wellicht dat je er nog een vakantieliefde aan overhoudt ook. Met snor weliswaar, maar wat kan jou dat schelen? Je bent toch op vakantie om te zuipen? Die snor merk je pas op wanneer je de vakantiefoto’s terugziet.
Ik heb natuurlijk makkelijk praten met mijn 33 lentes. Ik kan overal drank krijgen al wordt er heel soms nog om mijn ID gevraagd. Nu de leeftijd 18 jaar is geworden ben ik bang dat het weer frequenter gaat voorkomen. Het is dus zaak om drank te halen met mijn jongste zoon; want hoeveel jongens van 17 jaar hebben er nu een zoon van twee? Een stuk of 175 kon de website over tiener moeders mij vertellen. Er is dus een kans dat ik daar onder geschaard wordt en alsnog mijn ID kan tonen.
Voor de jongens en meisjes tussen de 16 en 18 jaar die in december nog lekker van een biertje of wijntje konden genieten is de nieuwe wetgeving het meest zuur. Wetenschappers kunnen het er gezamenlijk over eens zijn dat het schadelijk is voor het nog onvoltooide brein , maar daar koopt de zojuist genoemde jongere dus helemaal niets voor. In ieder geval geen alcoholhoudende drank. Al wil ik erbij zeggen dat het er sterk op lijkt dat veel jongeren ook vóór 1 januari de meeste alcohol thuis
nuttigde en voor een afzakkertje naar de kroeg of discotheek gingen. Het leverde de commerciële uitbaters relatief gezien weinig omzet op.
En de Flaat? Die redt het wel. Zoals altijd. Voor de degenen achter de bar zal het vervelend zijn om bij twijfel af en toe eens om een ID te vragen, maar de vrijgezelle barmannen en vrouwen weten wel dat die jongen of meid met een biertje meerderjarig is. Dat kan weer een gevalletje ontucht schelen.
KotzColumn: Kerstsate met de ‘familie’
Een aantal van jullie die dit lezen, lagen nog te kwijlen op het box kleed toen ik mijn eerste kerstsateetje in de Flaat naar binnen schoof. Het was de winter van 1996 en ik was een 16-jarig pikkie met een veel te grote spijkerbroek, muts op mijn kop en een t-shirt van één of ander punkbandje. Er zullen vast en zeker nog foto’s bestaan van die bewuste avond. Ik kwam intussen al een aantal maanden in de Flaat en had van één van mijn vrienden (laten we hem voor het gemak even Steven noemen) begrepen dat de Kerstsaté in de Flaat een ware happening was. Ik heb wat dat betreft toffe ouders, want ik hoefde niet mee naar de suffe familie gourmet.
Toen we halverwege de middag arriveerden, waren er al vele lotgenoten aanwezig en stonden er al vele lege flessen Palm op de bar. “Palm?” Zal je jezelf afvragen. Jazeker! Ik durf te beweren dat de Flaat toentertijd een grootafnemer was van dit bier aangezien er zo af en toe zelfs een vertegenwoordiger van het merk langskwam. Kregen we viltjes en glazen. Zelfs een keer een mooie lamp.
Enfin, we moesten wel wachten op de saté, want er was maar één iemand die wist hoe je sateetjes van 13 cent per stuk moest bereiden. En dan heb ik het over het gulden tijdperk. Vroeger kon je dus nog goederen kopen voor 6 eurocent. Dat is tegenwoordig ondenkbaar. Degene op wie we wachtten was dus een ervaringsdeskundige die wist hoe je van rubber met vleessmaak en bruine drek overheerlijke saté kon maken. Ze noemden hem Bos. Totaal overbodig, maar ik wilde het toch even gemeld hebben.
Ergens begin van de avond zat ik in ’t Halletje een beetje out te gaan toen Steven even polshoogte kwam nemen. Hij vroeg mij of het ging en toen ik wilde zeggen “gaat prima” liet ik zo ontiegelijk harde boer dat hij in lachen uitbarstte en gelijk naar binnen rende. Ik hoorde hem nog schreeuwen naar de rest: “Jongens! kom snel kijken! Remko gaat over zijn nek!” Op dat moment voelde dat ook zo dus ben ik maar opgestaan en naar huis gelopen. Achteraf niet heel erg wijs, omdat het enorm vroor buiten en ik alleen een T-shirt aanhad.
Thuis heb ik een aflevering Bennie Hill gekeken, want ook toen was er met Kerst geen ene zak op TV, maar ik voelde me al een stuk beter. Even een trui aangetrokken en weer teruggegaan naar de Flaat. Eenmaal aangekomen had één van mijn vrienden ineens een relatie die tien jaar zou duren, maar de saté was klaar en het feest was begonnen.
Mijn punt? 16 jaar later zie en spreek ik de meeste mensen waar ik toen mijn Kerst mee doorbracht nog steeds en hebben we met elkaar mooie dingen beleefd. Dat heeft de Flaat mogelijk gemaakt en dat lijkt mij een mooie Kerst gedachte. Ik wens de 16 en 17-jarigen die nu de Flaat bevolken toe dat zij dat in 2029 ook kunnen vertellen. Leve de Flaat! Leve de saté!
(Puntje van de redactie: Deze is opnieuw geplaatst na het u pdaten van de site om de social media intergratie te testen)